Bekerwedstrijden MO15

Vorig seizoen speelden we aan het begin 3 bekerwedstrijden. Het was vrij makkelijk om te raden wat de uitslag was, want alle drie de wedstrijden wonnen we met 3-1. Reden voor gejuich, want we zouden doorgaan naar de volgende ronde! Helaas zorgde één of ander virus ervoor dat die volgende ronde nooit gespeeld zou worden.

Dit seizoen wilden we dus revanche. We zouden dus volop strijden om weer eerste in de poule te worden. Voor de eerste bekerwedstrijd speelden we nog een toernooi bij VVS. Daar bleek dat we nog niet helemaal op het niveau van vorig seizoen zaten. 1 punt, 1 doelpunt (Maria) en de laatste plaats in de poule was het resultaat. Femke wist dit wel heel mooi positief te verwoorden. Toen iemand haar vroeg hoeveelste we waren geworden, zei ze: ”Wij werden als eerste opgenoemd bij de prijsuitreiking.” Geen woord aan gelogen en het klinkt beter dan “we waren laatste”.

De week erna dus de eerste bekerwedstrijd. Always Forward was een tegenstander waar we al eerder tegen gespeeld hebben en toen wonnen we. Deze keer lukte dat echter niet. Bij rust stonden we 1-0 achter. Esmee maakte de 1-1, maar daar bleef het bij. Gelukkig speelden we wel al een heel stuk beter dan tijdens het toernooi.

Weer een week later mochten we naar Monnickendam. Deze tegenstander was wat jong en onervaren. Hoewel ze zeker niet slecht speelden en tot de laatste minuut bleven strijden, wonnen we vrij makkelijk. In de rust stonden we al 6-0 voor en uiteindelijk werd het 10-0. Er waren tijden dat deze meiden zelf met zulke cijfers verloren, maar door hard trainen en plezier blijven houden zijn ze nu zelf degenen die ruim winnen. Maria (3x), Jasmijn (3x), Julia (2x) en Tess (1x) verdeelden de doelpunten.

De laatste bekerwedstrijd was tegen Westfriezen. Deze tegenstander treffen we ieder seizoen voor een oefenwedstrijd en vaak ook nog in de competitie. De uitslagen zijn altijd spannend. Soms winnen wij met 2-0 of 2-1, een andere keer wint Westfriezen net aan. Deze wedstrijd was het duidelijk dat we er geen spannende wedstrijd van wilden maken. Onze nieuwe keeper Noelle deed precies wat ze moest doen en stond geen tegendoelpunt toe. De verdediging greep in voordat Westfriezen de kans kreeg om te schieten, het middenveld werkte hard en zette de aanvallers aan het werk met mooie passes. De aanvallers maakten het tenslotte af. Maria maakte er 3 voor de rust, waardoor het al bijna zeker was dat we zouden winnen. Na rust kreeg Westfriezen helemaal geen kans meer en maakten Jasmijn en Manouk er 5-0 van.

We zijn hierdoor weer eerste in de poule en het zal toch niet zo zijn dat er 2 seizoenen achter elkaar bekerwedstrijden worden afgelast……?

Onze vrijwilliger: Jan Peter Bos

Onze club kan niet zonder vrijwilligers. Ook dit seizoen zullen er verschillende mensen voor even op de voorgrond treden, zodat we hen beter leren kennen. Deze keer is het de beurt aan: Jan Peter Bos (63) (ook wel bekend als JP)

We hebben hem allemaal weleens gezien bij DESS of in ieder geval gehoord. De één kent hem als begeleider van DESS VR1, de ander als de man die zorgt voor de gesponsorde teamtenues en weer een ander als degene die je moet bellen als de robotmaaier iets geks doet. Dit is allemaal dezelfde persoon en hij doet nog meer dan dit.

“In eerste instantie ben ik de begeleider van VR1. Zo is het 17 jaar geleden allemaal begonnen. Mijn dochters Tessa en Leonie zaten in de MD1 en al snel werd ik de assistent-scheidsrechter van dat team, wat al snel uitgroeide tot begeleider. Coach ben ik nooit geworden, vooral om gedoe te voorkomen. Ik wilde niet dat de schijn zou bestaan dat ik mijn eigen kinderen voor zou trekken. Ook nu nog bemoei ik me niet met de opstelling. Het team heeft momenteel geen coach, maar alleen als ze het me vragen zal ik mijn mening over de opstelling geven. Verder regelen de meiden dat zelf.
Als begeleider regel ik dat er genoeg spelers zijn, dat iedereen weet hoe laat en waar we moeten spelen, welk tenue we aan moeten, het wedstrijdformulier, ik vlag nog steeds en ik stuur 2x een herinnering waar we spelen en in welk tenue (ervaring leert dat dat nodig is).”

Wanneer ik vraag wat zijn dochters ervan vinden dat hij al zo lang hun begeleider is, komt er een mooi antwoord waaruit zijn betrokkenheid bij het team blijkt: “Tessa en Leonie vinden het prima. Tessa’s vriendin, die ook in het team speelt, is inmiddels mijn schoondochter en ook zij heeft er geen probleem mee. Ze zeggen weleens dat zij niet alleen mijn dochters zijn, maar dat ze dat allemaal een beetje zijn. Op mijn verjaardag kreeg ik nog een kaart, ondertekent met “Je DESS-dochters.”

Je zit al zo’n 10 jaar in het bestuur. Hoe is dat zo gekomen?
“Ik heb eens zelf kleding geregeld voor mijn team (toen DESS MA1), omdat ik vond dat er toen te weinig gebeurde vanuit de club. In die tijd waren er 2 voorzitters: John Keesom en Vincent Vermeulen en zij stonden voor een gesprek met hoofdsponsor BVV over verlenging van het contract. Ze vroegen of ik daarbij wilde zijn en zo ben ik er ingerold. Toen ik er op een gegeven moment zo vaak bij zat, wilde ik ook graag officieel in het bestuur zitten, zodat ik ook kon meestemmen over clubzaken en niet alleen maar meepraten.”

Ook hier geldt dat de klus vol inzet wordt opgepakt. Alle ins en outs van shirtsponsoring zijn bij JP. “Er zijn heel wat regels voor shirt sponsoring. De reclame op de voorkant mag bijvoorbeeld maar 60 cm hoog zijn. Voor reclame op de achterkant gelden weer andere maten. Ik heb een lijstje gemaakt waar een shirt aan moet voldoen. Dat werk ik af en op basis daarvan maak ik een ontwerp, waarmee ik naar de sponsor toe ga. Als we er allebei blij mee zijn, gaat het naar Duijn Teamsport en kunnen de shirts gemaakt worden. Dit is best een grote klus, maar zo weet ik wel zeker dat het goed gaat.”

Wat is je minst favoriete taak?
“Dat is meer een onderdeel van alle taken. Soms moet ik even politieagentje spelen. Ik wijs mensen erop dat ze de netten van het doel omhoog doen na een wedstrijd of niet met voetbalschoenen in de kantine lopen. Je krijgt dan wel eens zo’n blik van: “Heb je hem weer” , maar die mensen realiseren zich niet dat ik ’s nachts een melding op m’n telefoon krijg als de maaier vast zit in zo’n net en dan m’n bed uit kan. Dit klinkt misschien wat zwartgalliger dan het bedoeld is, maar er zijn mensen die vinden dat ze klant zijn van de vereniging in plaats van lid. Ze verwachten dat alles voor ze geregeld word en beginnen te zeuren als dat niet zo is. Zij beseffen niet dat we met z’n allen de club zijn en er allemaal voor dienen te zorgen dat de zaken goed geregeld zijn.”

Word je af en toe niet moe van de reacties die je naar je hoofd krijgt?
Ik voel me gewaardeerd door de mensen die me kennen en de mensen die ik zelf belangrijk vind. Mijn medebestuursleden, de mannen van de groenploeg waar ik in zit en de meiden van mijn team. Verder zijn er mensen die me waarderen en mensen die dat niet of minder doen, dat vind ik niet zo belangrijk.

Als veelzijdig vrijwilliger ken je de club goed. Wat vind je goed en minder goed?
De gezelligheid op de club vind ik een groot pluspunt. Ik kom graag kijken bij jeugdwedstrijden. Niet per se omdat de wedstrijden altijd spectaculair zijn, maar wel omdat het altijd gezellig is langs de lijn. Je neemt een koppie koffie en kletst met de mensen langs de lijn.
Verder is de bereidwilligheid van de plaatselijke ondernemers om te helpen bij projecten zeer groot, zowel qua werkzaamheden als het beschikbaar stellen van materieel.
Ik zou graag het hekwerk rondom het veld en de dug-outs als volgend project aanpakken. Door herstelwerkzaamheden is het hek in de loop der jaren steeds schever gaan staan en de dug-outs mogen van mij ook anders. Nu zitten er af en toe kinderen op de dug-outs. Dat is gewoon gevaarlijk, dus met een andere vorm dug-out voorkom je dat. Ook mogen ze van mij wel iets breder.

We hebben het nu nog niet eens gehad over de groenploeg, het inbraakalarm, de contacten met de gemeente, het wedstrijdprogramma in het kastje buiten de poort, de betrokkenheid bij het opknappen van de kantine, de aanleg van het C-veld en de nieuwe verlichting. Ook allemaal zaken waar JP een (grote) rol in speelt, maar er zal toch echt een keer een eind aan dit stukje moeten komen. Even de persoonlijke informatie in vogelvlucht nog dan:

63 jaar geleden geboren in Twisk, 17 jaar later verhuist naar Abbekerk, sinds 1983 woonachtig in Benningbroek. Tot z’n 22e gevoetbald bij Twisk, topscoorder geweest van Twisk 4 (“het is heel lang geleden dat dat nog bestond”), wegens gebroken voet gestopt.

Heeft u vragen aan JP? Loop op een willekeurig moment naar DESS en de kans is groot dat hij daar bezig is met één van zijn vele vrijwilligerstaken.

Screenshot 2021-09-21 at 22.11.33

Toernooi JO9

Vlak voor het toernooi bij VVS ’46 sloeg het Coronavirus toe en moest een heel aantal spelers van DESS in quarantaine. Bij de JO9 bleven er nog maar twee over: Fiene en Gerrit.
Het werd hard werken voor ons duo, maar geen tegenstander bleek opgewassen tegen de messcherpe passes van Fiene en de onnavolgbare schijnbewegingen van Gerrit, die ook nog twee keer scoorde.

Winst: 4-0, 3-0 en 1-0 en het was nog supergezellig ook.

Het bewijsstuk van onze eerste plaats staat inmiddels in de prijzenkast. (Deze beker is mede mogelijk gemaakt door Timo, Fer, Leona, Emily, Mika en Fynn, waarvoor dank)

Screenshot 2021-09-21 at 22.03.50

Onze vrijwilligers: Cor Vlaar (78) en Nico Conijn (65)

Onze club kan niet zonder vrijwilligers. Ook dit seizoen zullen er verschillende mensen voor even op de voorgrond treden, zodat we hen beter leren kennen.  Deze keer zijn het er maar liefst twee: Cor Vlaar (78) en Nico Conijn (65). (Een voorwaarde van Cor om te verschijnen was dat Nico er ook in zou komen. “Nico is veel te bescheiden, die doet dat niet als je hem alleen vraagt, vind ie niks.”)

Na een gesprek van ruim twee uur besluit ik het interview zelf maar af te ronden. Als het aan Cor ligt, kunnen we nog wel een paar dagen over DESS praten, maar zijn volgende bezoek zit inmiddels met vrouw Riet in de keuken een potje te ganzenborden.

De anekdotes zijn over tafel gevlogen en tussendoor kreeg Nico ook af en toe de kans wat te zeggen. We beginnen over de groenploeg. Beide mannen zijn daarin behoorlijk actief. “Mwoah, Cor delegeert en wij doen wat”, nuanceert Nico. Om de week op maandag komen ze bij elkaar en doet iedereen z’n vaste klusjes. Theo is de man van het gras, Cees is de kantenmaaier, JP doet de robotmaaier en Nico houdt zich bezig met elektra. Dat laatste is geen toeval. Nico heeft met 3 anderen een eigen zaak gehad: Elektropartners. Inmiddels is hij gestopt met werken, maar z’n kennis is goud waard voor DESS. Bij de eerste grote kantineverbouwing (rond 1998) voetbalde Nico net een paar weken bij DESS, toen hem werd gevraagd of hij kon helpen bij de verbouwing. “Nico Aay had mij tijdens de klaverjasmarathon gevraagd of ik bij de veteranen wilde komen voetballen. Ik kon niet, want ik had 1x in de 3 weken storingsdienst bij m’n werk en ik vind dat je er altijd moet zijn bij een teamsport. Nico Aay vond dat geen probleem en zei dat ik gewoon mee moest komen. Bij die verbouwing vonden ze dat ik wel kon helpen, want er was niemand voor de elektra. Er waren wel spullen, maar niemand die er echt wat mee kon.”
Nico heeft tot en met dit seizoen in de veteranen gevoetbald en ook volgend seizoen komt hij weer trainen. “Het hoogtepunt waren de toernooien in Drempt. Via familie van Ineke Aay kwamen we daar terecht en dat waren mooie weekenden. Toen DESS 75 jaar bestond zijn zij hiernaartoe gekomen. Ze sliepen toen in De Vang en ook dat was weer erg gezellig.”

Voor zijn veteranentijd bij DESS heeft Nico in De Weere gevoetbald bij DWB. “Ik ben daar geboren en via de jeugd ben ik daar in het tweede beland. Tot m’n 25ste heb ik daar gespeeld, daarna nam mijn werk teveel tijd in en ben ik gestopt. Op een gegeven moment woonde ik in Hoogwoud in een vreselijke buurt. Er kwam vaak politie in de straat en mijn vrouw wilde zo snel mogelijk weg daar. We zijn toen in het huisje naast slagerij Dam komen te wonen. Jaren later heb ik het huis van de buurman aan de andere kant gekocht. Dat was niet zo groot, maar ik heb er zelf stukken bijgebouwd aan de zijkant, de achterkant en boven. Ik zou dat niet allemaal zelf doen, maar Claus op den Kelder had alles uitgetekend en overleed toen. De architect die bezig was ging even later failliet, dus daar had ik ook niks meer aan. De vergunning voor die verbouwingen duurde zeker een jaar, maar uiteindelijk is het gelukt en wonen we er nog steeds.”

Het debuut van Cor was al wat eerder. “Ik speelde bij SEW vanaf de junioren. Van 1963 tot 1965 moest ik in dienst, daarna kwam er bij DESS eerst een derde en later een vierde elftal. Veel jongens van SEW en Spartanen die hier woonden, kwamen bij DESS spelen. Bij mij ging dat niet zo makkelijk. SEW wilde eerst nog een transfersom van 10.000 gulden hebben voor hun sterspeler van het vierde, maar uiteindelijk mocht ik toch gratis overstappen naar DESS.”

Jaren later zit Cor in het bestuur (“Ik heb geen verstand van voetbal, maar wel van het terrein en gebouwen.”) en in de groenploeg. Ook is hij een tijdlang begeleider van het derde geweest.

“In het begin van de groenploeg was ik met Nico Broers, Ron de Boer en Jan Kool op maandag gaten aan het dichttrappen op het veld. Daarna even een drankje en dat was het. Later is dat verwaterd. De huidige groenploeg is begonnen met een historische middag/avond hier bij DESS met Theo Bakker, Wiegert Kistemaker en mijn persoontje. Jan Kool was er ook vanaf het begin bij, maar die was er die dag niet. Later kwamen Cees Ravensbergen, Roel op den Kelder, Leo en de dames (Marja Kool en Sonja Klijnsma) erbij. JP en Nico zijn er volgens mij bijgekomen rond het project met de Ledverlichting op het B-veld. Nu vormen Nico, JP en ik een soort driehoek. Wij bedenken de meeste klussen en met z’n allen voeren we het dan uit.”

Waar de meeste mensen bij een voetbalclub de geschiedenis van de club onthouden aan de hand van kampioenschappen of legendarische elftallen, trainers of spelers, weet Cor een heleboel historie op te noemen aan de hand van verbouwingen en projecten. “De eerste keer was toen we verhuisden van de Kerkelaan naar dit complex. Daarna kwam de eerste grote verbouwing van deze kantine rond 1998, waar Nico het al over had. Bij de tweede grote verbouwing, zo’n 10 jaar geleden, heeft Nico weer geholpen. Toen zijn de toiletten en het halletje aan de voorkant, de bestuurskamer, de scheidsrechterskleedkamers, het massagehok en de 2 buitenste kleedkamers erbij gekomen.”

“Het volgende project was het C-Veld in 2015. Voorzitter Johnny Jacobs kwam daar toen mee. Nico deed de elektra en de anderen hakten dan per ongeluk weer een kabel doormidden. Het mooie was dat de jongeren toen ook veel werk verzet hebben. Jongens als Dian Bakker, Niels Kuip, Chris Keesom, Pieter Schuit en nog veel meer. Ze zijn nu de “waterploeg” en beregenen het veld als dat te droog is.”

Cor noemt het zelf niet op, maar het C-Veld is naar hem vernoemd. Hij speelde een grote rol in het ontstaan van dit veldje en in de naam “C-Veld” staan de “C” en de “V” in hoofdletters als verwijzing naar zijn initialen. Wekelijks gebruiken vele kinderen dit veldje tijdens trainingen of juist buiten hun eigen training om. Een hele nuttige toevoeging aan ons complex.

“Het laatste project was de ledverlichting op het B-veld een paar jaar geleden. Nico heeft geen “JA” gezegd toen we hem vroegen, maar hij was er wel bij gelukkig. Zonder Nico’s kennis was dat nooit gelukt.”

Cor: ”Degene die alles heeft uitgezet was……”
Nico: ”Jij…..”
Cor: “Nee jij, dat moet je wel eerlijk zeggen!”

Nico: “De oude verlichting was helemaal af. Lampen en zekeringen gingen heel vaak stuk. Een nieuwe lamp kostte wel 400 euro. Dit is veel goedkoper.”

Ik geef toe dat dit een vrij lang interview is geworden, maar meer dan de helft van de verhalen is nu al weggelaten. De beste verhalen van Cor zullen in een aparte rubriek, verspreid over een aantal nieuwsbrieven verschijnen.

Screenshot 2021-06-22 at 20.13.08

Nico en Cor (met pet).

Onze vrijwilligers: Loïs Karsten

Onze club kan niet zonder vrijwilligers. Ook dit seizoen zullen er verschillende mensen voor even op de voorgrond treden, zodat we hen beter leren kennen. Deze keer is het de beurt aan: Loïs Karsten (19).

Er dartelt al 14 jaar een kleurrijke verschijning op ons complex. Sinds ze 5 jaar oud is voetbalt ze al bij DESS en tot op de dag van vandaag rent ze wekelijks over de velden.
“Sinds ik in Nederland woon, voetbal ik hier al. De eerste 5 jaar van mijn leven woonde ik in Frankrijk, omdat mijn vader daar een pioenrozenbedrijf had. Inmiddels speel ik in DA2 en daarin zitten nog veel vriendinnen waarmee ik begon met voetballen vroeger.
Hoogtepunten zijn de 3 buitenlandse toernooien waaraan we hebben meegedaan. Een heel weekend weg met je team en ook nog lekker sportief bezig zijn ondertussen is gewoon superleuk. De eerste keer naar Denemarken was de mooiste, vooral omdat het de eerste keer was en alles nog echt spannend en voor het eerst was. Die toernooien onthoud je echt voor altijd.”

Alle ervaring van 14 jaar voetballen wordt inmiddels al een aantal jaren doorgegeven aan de volgende meidenteams.
“Ik geef training aan de mini’s (kinderen van 4 en 5 jaar oud). Dat doe ik nu ongeveer 7 jaar. Eerst samen met Lisa, nu met Alexandra. We doen altijd spelletjes met de bal, zodat ze enthousiast worden om lid te worden als ze 6 jaar zijn. Het grootste deel van de mini’s die ik getraind heb zijn doorgestroomd naar de jongste jeugdteams. Het is wel leuk om bijvoorbeeld Tim Bruins en Bram van Leeuwen nu te zien voetballen. Die komen uit de eerste groep mini’s die ik getraind heb.
Het leukste om te zien is het enthousiasme van die kleintjes. Met volle inzet rennen ze op een bal af, missen dan de hele bal, vallen, staan weer op en proberen het nog een keer. De bal is soms net zo groot als hun benen, dus dat het niet altijd lukt is niet zo raar.”

“Dit jaar hebben we in groep 3 ook spelers gevraagd te komen trainen bij ons. Sommigen waren al te oud, maar doordat er veel meisjes bij zaten, konden we die wel samen laten trainen en wie weet worden zij straks het volgende meisjesteam van DESS.
Ik vond het belangrijk dat er na mijn team meidenvoetbal bleef bij DESS. Een aantal jaar terug heb ik samen met m’n moeder 10 meiden bij elkaar gezocht om een meidenteam mee te beginnen. Al snel zaten we op 16 meiden, terwijl we 7 tegen 7 speelden. Daardoor moesten we al snel op groot veld gaan spelen en verloren we natuurlijk veel wedstrijden. Desondanks bleef het altijd gezellig en inmiddels zitten ze met z’n allen in de MO15.”

Tussen de mini’s en de MO15 in, zit de MO11. Ook daar heeft Lois mee te maken. Elke donderdag traint ze deze meiden en op zaterdag coacht ze samen met haar moeder. Ook dit team hebben zij vanaf de grond opgebouwd en ook dit is een leuk team.

Voor veel kinderen is Lois niet alleen de trainer, maar ook “juf Lois”. Als stagiaire op De Kraaienboom heeft ze veel kinderen leren kennen en als juf/coach kon ze mooi wat kinderen aanraden eens bij DESS te komen kijken.

“Ik wilde altijd al juf worden. Ik word gewoon blij van het zien van blije kinderen. Het blijft leuk om te doen. Ik ben 5x per week bij DESS bezig, dus veel tijd voor andere hobby’s is er niet.” Als ik opmerk dat ze bij allebei blije kinderen ziet, is haar antwoord: ”Dan heb ik best een goed leven, toch?”

“Ik kan eigenlijk niks bedenken wat niet goed is bij DESS. Het zal vast wel beter kunnen, maar ik vind het gewoon gezellig en er is een goede sfeer. Bij andere clubs zie je nog wel eens dat spelers na de wedstrijd niet eens douchen en meteen naar huis gaan. Hier blijven veel spelers en publiek nog even wat drinken en naar de volgende wedstrijd kijken. Dat maakt het juist leuk.”

Screenshot 2021-04-09 at 20.41.23