Onze vrijwilliger: Wiegert Kistemaker

Onze club kan niet zonder vrijwilligers. Sommigen zie je veel en vaak, anderen doen in stilte of achter de schermen hun werk. In deze rubriek leren we onze vrijwilligers kennen door hem of haar een aantal vragen te stellen. Deze keer is het de beurt aan Wiegert Kistemaker (70).

Het is de meeste mensen al wel eens opgevallen: Het DESS-complex ziet er de laatste jaren erg verzorgd uit. Eén van de mannen die hiervoor zorgt is Wiegert Kistemaker. Samen met Theo Bakker en Cor Vlaar is hij er vanaf het ontstaan van “de groenploeg” bij. In de loop der tijd zijn er verschillende mensen bij gekomen en nu bestaat de groep uit een man of tien.

“In het begin waren we bezig met achterstallig onderhoud. Het welkomstbord bij de ingang was bijvoorbeeld helemaal groen uitgeslagen, onkruid groeide tussen de tegels en er verdwenen vaak ballen achterin de bosjes, omdat daar geen looppaden waren en je er dus bijna niet kon komen. We zijn 3 jaar geleden begonnen en nu zijn we bij. Tegenwoordig plegen we vooral onderhoud en zijn we soms bezig met grotere projecten, zoals afgelopen zomer de nieuwe verlichting. Het volgende project wat nog staat te gebeuren is het aanpakken van het plafond om het geluid in de kantine beter te krijgen.

Ik hoor nu vaak mensen zeggen dat het er netjes uit ziet bij DESS en dat is fijn om te horen. Het is niet de reden dat we het doen, maar complimenten krijgen voor je werk is altijd prettig.

Bij DESS ben ik ook degene die de scheidsrechter van het eerste ontvangt. Een uur voor de wedstrijd ben ik aanwezig en drink ik even een kop koffie met de scheidsrechter. Ik vind het belangrijk dat zo iemand niet om zich heen kijkend rond loopt en geen idee heeft waar hij moet zijn. Als je een scheidsrechter ontvangt en na de wedstrijd even nabespreekt met hem, gaat hij met een goed gevoel naar huis en komt hij graag nog een keer. Ik doe dit nu 5 jaar en het wordt gewaardeerd door de scheidsrechters hoor ik vaak.

Vroeger heb ik zelf ook veel gefloten. Ik ben geboren in Abbekerk en begon met fluiten met bij ALC. Later ben ik voor de KNVB gaan fluiten. In 1974 heb ik mijn scheidsrechterspapieren gehaald. In 1978 zijn Margreet en ik op de Westerstraat in Sijbekarspel gaan wonen. In de jaren ’80 ben ik een tijdje gestopt met fluiten. Ik had er gewoon even geen zin meer in. Toen onze zoons Wouter en Martijn gingen voetballen bij DESS kwam ik als vader natuurlijk bij ze kijken. Op een gegeven moment moet er een keer gevlagd worden of is er eens geen scheidsrechter en zo rolde ik er weer in.
Later heb ik samen met Pieter Gorter een aantal jaren het team van Ruben begeleid. Ook met Rien Bouma samen heb ik dat nog gedaan. Ik liet altijd de spelers zelf een verslag schrijven. Iedereen kwam aan de beurt en ze leverden het bij mij in. Ik keek het even door en leverde het dan in bij de Odessa.

Uiteindelijk ben ik weer gaan fluiten. Ook de teams waar mijn eigen kinderen in speelden. Ik vond dat niet lastig. Je fluit elke wedstrijd naar eer en geweten, het maakte voor mij niet uit of mijn eigen kind een overtreding maakte of iemand anders. Ik floot zoals ik dacht dat het hoorde, ongeacht de persoon.

5 jaar geleden ben ik definitief gestopt. Vanaf dat moment ontvang ik de scheidsrechters.”

Heb je zelf ook gevoetbald?
Ik heb ooit 1 jaar gevoetbald. Toen ik een jaar of 18 was speelde ik een jaar bij ALC. Ik werd in de spits gezet, omdat “die lange jongen in de spits vast nuttig kon zijn.” In mijn eerste wedstrijd maakte ik meteen 2 doelpunten, dus ze dachten een geweldige speler te hebben. Later bleek dat dat de enige keer is geweest dat ik 2x scoorde in 1 wedstrijd. Zelf had ik al snel door dat het leiding geven beter bij mij paste dan het voetballen. Daarom ben ik meteen daarna begonnen met fluiten.

Wat doe je buiten het voetballen om?
“Bij Leekerweide doe ik nog vrijwilligerswerk. Ik ga naar buiten met cliënten die 1 op 1 begeleid moeten worden. Op de tandem of duofiets of in de rolstoel neem ik ze mee naar buiten en zijn ze in de buitenlucht lekker bezig. Zo’n 20 jaar geleden ben ik als vrijwilliger begonnen bij Leekerweide en na een tijdje vroegen ze me om daar te komen werken. Ik was keurmeester van schapen, dus het was wel heel wat anders, maar door interne opleidingen te volgen kon ik daar goed gaan werken. Vaak ging ik zwemmen met cliënten in De Goorn en was ik betrokken bij de dagbesteding.

Verder vind ik het heerlijk om te puzzelen. Zonder muziek erbij en lekker het hoofd leeg maken.”

Wat een gebruik geworden is bij de eerder genoemde groenploeg is dat de leden bij elkaar op verjaardagsvisite komen. Verder zijn er nog meer activiteiten ingezet:
“Om 10.00 uur gaan we op de koffie en eten we een taartje. Morgen (donderdag) ben ik aan de beurt, want dan word ik 71 en staan ze bij mij voor de deur.
Ook zitten we rond de Kerst met de hele ploeg te eten in de kantine. Allerlei verhalen komen dan weer boven tafel, vooral van vroeger. Sommige verhalen heb ik al meerdere keren langs horen komen, maar er komen steeds nieuwe mensen bij die de verhalen nog niet kennen, dus ze kunnen steeds weer verteld worden. Dat de groep steeds groter wordt is het gevolg van de gezelligheid die we hebben. Dat is natuurlijk erg belangrijk: gezelligheid.”

Namens alle DESS’ers: Alvast gefeliciteerd Wiegert!

Screenshot 2020-03-03 at 22.49.01